Rhodos [1977, 1987, 2001]

Na Kreta en Evia het grootste Griekse eiland met - in vergelijking met veel andere eilanden in de Egeische zee - een indrukwekkende historie. Ooit zaten de Minoïers op het eiland, in de middeleeuwen hebben de Ridders van St. John lang stand gehouden tegen de Ottomaanse Turken en in 1912 viel het eiland in Italiaanse handen. Die laatsten hebben er veel werk van gemaakt om de hoofdstad weer in zijn middeleeuwse glorie terug te brengen. Pas 1948 trad het eiland toe tot het Griekse rijk. Het laat zich raden dat Lawrence Durrell enthousiast is: vele tientallen pagina's van zijn Greek Islands zijn aan (de geschiedenis van) Rhodos gewijd. 

Op het eiland is nog veel van die historie terug te vinden, hoewel je er wel wat drukte voor moeten accepteren: het noorden lijkt volledig ingesteld op toerisme. De kilometers ver reikende buitenwijken van de hoofdstad bestaan voor een groot deel uit hotelaccommodatie. Ik heb het eiland drie maal bezocht. In 1977 hebben we gelogeerd in Rhodos stad in Hotel Dora, klasse Delta (met ratten op de binnenplaats) en in 1987 - om de drukte enigszins te mijden - in het plaatsje Trianta. In 2001 zochten we het nog zuidelijker en verbleven we in een hotel aan het strand bij Lindos (zie foto bovenaan deze pagina), waar we - voor het eerst in Griekenland - een auto (een Fiat Punto Cabrio) tot onze beschikking hadden. De kwalitatief wat betere foto's in de serie hieronder zijn tijdens die laatste vakantie genomen en tonen daardoor een wat ongebruikelijk beeld van Rhodos: een vrijwel verlaten binnenland en lege, spectaculaire stranden. Iets drukker was het op Prasonisi, op de uiterste zuidpunt, een paradijs voor windsurfers. Foto’s van het kleine buureiland Simi staan onderaan op deze pagina.


Simi [1977, 1987, 2001]

Simi ligt op zo'n 20 km ten noordwesten van Rhodos, bijna  geheel omsloten door uitlopers van het Turkse vasteland. Een boottocht vanuit Rhodos naar dit eiland is een geliefde dagexcursie en dat is vrijwel volledig te danken aan het kleurrijke hoofdstadje, waarvan de huizen tegen de steile hellingen rond de haven gebouwd zijn. Bij het binnenvaren van de baai heb je daar een spectaculair uitzicht op. In 1977 zijn we na aankomst op het eiland op zoek gegaan naar een mevrouw Maria Kalafata, waarvan we alleen de naam kenden, om haar persoonlijk de groeten te doen van een vriendin uit Nederland. Een beetje rondvragen en na een kwartiertje gevonden. Zo'n stadje was het toen.

De laatste foto toont een deel van de huizen in 1987 en in 2001. Net als in Oia op Santorini heeft het toegenomen toerisme duidelijk zijn weerslag gehad op de kwaliteit van de woningen en op het door de bewoners gebruikte kleurenpalet.