Folègandros [2008]
In de zomer van 1976 veranderde het leven op dit eiland abrupt. Een bewoner vertelt: "Het was op de 17e Juli, het feest van Agia Marina, dat zes vreemdelingen de heuvel afliepen naar Agali. Deze zes mensen waren de eerste toeristen op Folegandros". Vóór de komst van het toerisme was het leven zwaar op dit eiland, een hoge rots in de zee, blootgesteld aan zon en wind, met weinig vegetatie en nauwelijks berijdbare wegen. Ezels waren het enige middel van transport. Generaties bewoners hebben er terrassen aangelegd om hun akkers te beschermen tegen de elementen. De percelen zijn soms zo klein en de stenen muurtjes zo hoog dat je je in een huisje waant waarvan alleen het dak ontbreekt.
Een hoge rots, maar één serieus dorp, eigenlijk maar één mooi strand en nauwelijks vegetatie: zo beschreven lijkt Folegandros niet erg aantrekkelijk. Lawrence Durrell haalde zijn schouders op en wijdde drie zinnen aan het eiland: Het was een plek voor mensen die de eenzaamheid zochten (solitaries; het woord suicides reserveert hij voor het Cycladische buureiland Seriphos) en - in het verleden - voor politieke bannelingen. Misschien had hij er wat langer moeten rondkijken; wij vonden het eiland van een ruige schoonheid. Folegandros is met zes foto's dan ook het best vertegenwoordigde eiland onder het Thema "Foto Selectie" op deze site (direct gevolgd door buureiland Milos).
De meest iconische foto van het eiland, bovenaan deze pagina, toont het - op de rand van een hoge klif gelegen - hoofdstadje Chora, en de zigzag weg die verder omhoog naar de Panagía (Heilige Maria) kerk leidt. Voorafgaand aan ons verblijf las ik het lyrische verslag van een reiziger die voor dag en dauw die rots tot aan de top had beklommen en de zon - als vanaf een groots balkon - uit de Egeïsche zee op had zien rijzen. Zoiets wilde ik ook wel meemaken, maar vroeg opstaan is niet mijn fort. Dus klom ik uiteindelijk op het heetst van de dag tegen de steile rots omhoog; een uitputtende klim over brokkelig gesteente. Toen ik uiteindelijk boven aankwam trof ik een betonnen paaltje van de topografische dienst en een weids uitzicht, maar geen spektakel. Tot ik mij realiseerde wat die vreemde witte strepen aan de oostelijke horizon moesten zijn: Imerovigli, Firostefani en Thira, de witte dorpen van Santorini, 50 kilometer van mij verwijderd, zweefden daar boven de zee. Toch nog kippenvel.